|
|||||||||||||||||||||||
HomeIntroTipsColumnsLinksContact (e-mail)
|
Klimaatstoringen die Frankrijk bedreigenBron: Le Figaro Magazine van zaterdag 11 augustus 2007 Uit een artikel in de Figaro van 11 augustus jl. moeten we opmaken dat het klimaat in alle delen van Frankrijk er in de toekomst heel anders uit gaat zien. We hebben een samenvatting gemaakt voor iedereen die dit interessant vindt. Het klimaat 2007 is van slag. Na zomerse hitte in de lente (hebben wij trouwens niets van gemerkt) en de zachtste winter sinds 1950 is het in grote delen van Frankrijk sinds juni slecht weer. Verwoestende branden op de Canarische eilanden en hittegolven in het zuiden van Europa (Griekenland, Italië, e.a.) met honderden doden, terwijl stortregens het noorden van het continent geselen: Engeland heeft nog nooit zulke zware overstromingen meegemaakt. De stad Oxford heeft in vierentwintig uur de équivalent ontvangen van drie maanden regen. Ook in grote delen van Frankrijk is veel regen gevallen, ‘le soleil reste dans le coeur’ zeggen ze hier. Bij Metéo-France legt men geen direct verband tussen het weer van de laatste weken en de opwarming van de aarde. De anti-cycloon van de Açores die gewoonlijk onbeweeglijk boven Europa ligt zit dit jaar ergens anders en dat zou de oorzaak zijn van al het tumult. Maar de reden waarom daar laten de climatologen zich niet over uit. Maar de signalen zijn duidelijk, als het heet is dan is het smoorheet en als het regent dan stort het water uit de hemel. De vier seizoenen zijn aan een lange verandering begonnen. In de volgende decennia zal het aantal zeer koude dagen in de winter dalen en de zomertemperaturen zullen aanzienlijk stijgen. Van de lente en de herfst blijft niet veel over. De gevolgen van deze veranderingen zijn moeilijk te overzien, maar veel signalen zijn al merkbaar. Zeker op de fauna en flora, maar ook op de landbouw of gezondheid. Het gematigde klimaat in Frankrijk zal in andere hemelen terecht komen. In alle artikelen wordt gerefereerd aan de zomer van 2003 toen de canicule (hittegolf) in een nationaal drama uitmondde (honderden doden vooral onder oude mensen). Deze zomer heeft het fenomeen het midden en het zuiden van Europa getroffen terwijl Frankrijk tot nu toe veel regen heeft moeten ontberen met temperaturen die inferieur zijn aan normale seizoenen, met uitzondering dan van het zuid-oosten en de Alsace. Het is gewoon niet meer te volgen. Sommige experts zijn sceptisch: ‘Voorbij vier of vijf dagen worden de weersvoorspellingen meer en meer onzeker. Stel je dan voor wat dat kan betekenen voor vooruitzichten op een termijn van 50 of 100 jaar!’. De vaagheid geeft aan dat deze wetenschap nog in de kinderschoenen staat. In dit vakgebied, dat gebaseerd is op historische gegevens en op rekenkundige modellen, ontbreekt gewoonweg het overzicht om met de gewenste precisie de klimaatwisselingen te analiseren. Er zijn een vijftiental modellen in de wereld ontwikkeld die er niet in slagen dezelfde voorspellingen te geven. Enkele maanden geleden kwamen experts met het bericht dat Bretagne langzaam zou afkoelen, dit in verband met het aangekondigde verdwijnen van de warme golfstroom, wat een gevolg zou zijn van het smelten van het poolijs en mede door het broeikaseffect op de aarde. Sindsdien is dit rampscénario flink genuanceerd. De klimatologie is geen exacte wetenschap. Ondanks alles doemen ontegenzeggelijke herkenningspunten op in die oceaan van twijfels. In iets meer dan een eeuw is de temperatuur in Frankrijk gemiddeld met één graad gestegen en de opwarming heeft de neiging zich te versnellen. De oppervlakte van de Alpen-gletsjers houden niet op te verminderen en elf van de warmste jaren in de geschiedenis van de klimatologie bevinden zich tussen 1995 en vandaag. Het opvallendste gevolg voor Frankrijk is het vervagen van de seizoenen. Statistieken laten al sinds 1950 zien dat de winters steeds zachter worden. De sneeuw, al zeldzaam op de laagvlakte, gaat nog meer verminderen, van 40 tot 50% vanaf nu tot 2050. De gemiddelde berg wordt het meest aangetast door dit fenomeen. Daarentegen zal de winterperiode in de metropool veel regenachtiger worden, het contrast tussen het mooie seizoen en de koude en vochtige periode zal toenemen. Ofwel, veel regen van oktober tot maart en een periode die duidelijk veel droger is tijdens de zomermaanden met zware hitte en zeer onstuimige storingsfronten. Dit levert een enkel voordeel op: de ondergrondse waterbekkens gaan profiteren van het winterwater terwijl ze in het mooie seizoen verdampen of worden leeggezogen door de vegetatie. In dit geloofwaardige scenario van algehele opwarming zal de herfst veranderen in een soort Indian summer, aangenaam, maar dit accentueert alleen maar de toenemende droogte in het zuiden van Frankrijk. De lente zal een soort verlenging worden van de zachte winter, fris en regenachtig, vooral in het westen. Met het oog op de vervaging van nuances zouden afwijkingen, zoals in de maand april 2007 – de warmste sinds 60 jaar – nog meer de loop van het weer kunnen verstoren. Diverse factoren maken de hypothese aannemelijk van deze fundamentele verandering van het specifieke karakter van onze [Franse] seizoenen. Een indrukwekkende hoeveelheid planten of bomen zien hun bladeren, bloemen of fruit eerder in het jaar verschijnen. Een studie van de universiteit van München uitgevoerd op 150 variëteiten heeft een voorsprong aangetoond van een week in heel Europa sinds de jaren 70. Ofwel, een verloop van tweeëneenhalve dag in een decennium. In tegenstelling daarmee zal de periode van groei van planten zich voortzetten tot laat in de herfst. Zoölogen hebben geconstateerd dat de marmotten het winterverblijf gemiddeld 23 dagen eerder verlaten dan in 1980 en bijna overal in Frankrijk hebben niet alle zwaluwen hun migratie van de herfst ondernomen. Sommige vogelsoorten (zoals de Groenling - Carduelis chloris) hebben er zelfs helemaal vanaf gezien. Anderen lijden daarentegen onder de veranderingen zoals de mees of de bonte vliegenvanger die niet meer weten waarmee ze zich moeten voeden. Hun cyclus komt niet meer overeen met die van hun basisvoedsel dat bestaat uit rupsen. In het uiterste geval zou dit scenario kunnen ontaarden in een catastrofe. In 2100 zou het Parijsse stroomgebied een klimaat hebben dat overeenkomt met dat van het huidige Andalusië, terwijl het zuiden van Frankrijk een semi-woestijnachtige regio zou worden. De branden zouden een groot deel van de bossen van de Provence hebben verwoest en de groene eik zou de gemiddelde temperatuur van 40 graden tijdens de bijna vier maanden durende zomer niet meer kunnen verdragen. Het gebrek aan water en de sterke hitte zouden een migratie van oude mensen in de richting van de berggebieden tweegbrengen. Een voordeel voor de Alpen en de Pyreneën, in die zin dat een groot deel van de stations al gestopt zou zijn met de wintersporten wegens gebrek aan sneeuw. Nice zou zijn glans verliezen en Lille zou de hoofdstad van een nieuwe Rivièra worden. In de grote agglomeraties moet men zich bezinnen op klimaatbeheersing en de architectuur moet veranderen. Appartementen op het zuiden zullen niet meer in trek zijn en de daken moeten bedekt worden met loof. De afwezigheid van een duidelijke winter zal ook gevolgen hebben voor de gezondheid, zoals een toename van parasitaire ziektes en allergieen. En het hoge sterfteniveau van oude mensen zal overgaan van de winter naar de zomer. En zo zullen we zonder twijfel de voorbije tijd en hun druilerige zomers betreuren. . geplaatst door Maartje Heymans om 22:11 | stuur een bericht<< vorige pagina | ||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||